Interactions entre le microbiote fécal et les chevaux athlètes

Interacties tussen fecale microbiota en atletische paarden


Context en doelstellingen

Het darmmicrobioom wordt erkend als een centrale speler in de regulatie van de fysieke, metabole en mentale gezondheid van zoogdieren. Bij het paard zijn er weliswaar studies uitgevoerd naar de effecten van voeding of lichaamsbeweging op de samenstelling van het darmmicrobioom, maar slechts weinig onderzoeken hebben tegelijkertijd omgevings-, fysiologische en gedragsvariabelen geïntegreerd in een longitudinale benadering. Deze studie beoogt deze leemte op te vullen door de interacties te analyseren tussen het fecale microbioom, rijomstandigheden, hematologische parameters en welzijnsgerelateerd gedrag bij 185 sportpaarden die gedurende acht maanden werden gevolgd.


Methodologie

De paarden, gehuisvest in eenzelfde nationale rijschool in Frankrijk, ondergingen twee bemonsteringscampagnes (T1 en T2, met een tussenperiode van acht maanden). Fecale monsters werden geanalyseerd via high-throughput sequencing van de V3–V4-regio van het 16S rRNA-gen. Tegelijkertijd werden 41 omgevings- en individuele variabelen gemeten, waaronder:

  • Discipline en rijspecialisatie
  • Type strooisel
  • Voedingsgegevens
  • Stereotiep gedrag (luchtzuigen, weven, agressie, hyperwaakzaamheid)
  • Hematologische parameters (MCHC, RWR, enz.)
  • Fecale pH en microbiële belasting (bacteriën, protozoa, schimmels)

Belangrijkste resultaten

1. Structuur en dynamiek van het microbioom

  • Hoge interindividuele variabiliteit: De microbiële samenstelling verschilde meer tussen individuen dan binnen eenzelfde individu over de tijd, vooral bij zeldzame bacteriën.
  • Stabiele microbiële kern: Een groep van 29 bacteriële geslachten, voornamelijk behorend tot het phylum Firmicutes, vormde het "core microbiota", aanwezig in 99% van de monsters.
  • Tijdsdynamiek: Een significante verschuiving in microbiële samenstelling werd waargenomen tussen T1 en T2, met een toename in alfa-diversiteit (Chao1, Fisher) en een oververtegenwoordiging van bepaalde zeldzame geslachten (bv. Anaeroplasma, Enterococcus, Erysipelotrichaceae).

2. Factoren die de microbiële samenstelling beïnvloeden

Multivariate analyse toonde aan dat zes variabelen samen 32% van de bèta-diversiteitsvariantie verklaarden:

  • Rijspecialisatie (6,5%)
  • Discipline (5,8%)
  • Type strooisel (5,2%)
  • Hyperwaakzaamheid (4,9%)
  • MCHC (6%)
  • Erytrocyten/leukocyten-ratio (RWR) (5,7%)

Paarden die deelnamen aan fysiek en mentaal veeleisende disciplines (Gala, Cadre Noir) vertoonden meer homogene microbiomen, wat wijst op een structurerend effect van chronische stress.

3. Gedrag en microbioom

Significante correlaties werden vastgesteld tussen bepaalde gedragingen die wijzen op onwelzijn en de microbiële samenstelling:

  • Orale stereotypieën: geassocieerd met een overmaat aan Roseburia, Acinetobacter, Desulfurispora, Helicobacter
  • Agressie: gecorreleerd met Streptococcus en Butyrivibrio, en negatief met Anaeroplasma
  • Hyperwaakzaamheid: neiging tot associatie met Denitrobacterium en Dehalobacterium
  • Terugtrekking uit de omgeving: gelinkt aan Diplorickettsia, Anaerorhabdus, Novosphingobium

Deze verbanden versterken de hypothese van een functionele darm–microbioom–hersen-as bij het paard.

4. Microbiabiliteit van kenmerken

Het concept van microbiabiliteit (m²), analoog aan genetische erfelijkheid, werd gebruikt om het aandeel fenotypische variantie verklaard door het microbioom te schatten:

Gedrag:

  • Orale stereotypieën: 24,2%
  • Locomotorische stereotypieën: 16,2%
  • Agressie: 13%
  • Hyperwaakzaamheid: 9%

Hematologische parameters:

  • Eosinofielen: 32,1%
  • RWR: 25,7%
  • Hemoglobine: 21,9%

Discussie

De resultaten tonen aan dat, zelfs onder homogene huisvestingsomstandigheden, het darmmicrobioom van sportpaarden wordt beïnvloed door factoren zoals trainingsintensiteit, gedragsstress en bepaalde fysiologische markers. Paarden die worden blootgesteld aan hoge fysieke en mentale belasting vertonen microbiële veranderingen die compatibel zijn met een toestand van dysbiose, mogelijk omkeerbaar.

De studie suggereert dat het microbioom niet alleen een weerspiegeling kan zijn van het welzijn, maar er ook actief aan kan bijdragen via neuro-endocriene en immuunmechanismen. Bepaalde bacteriën die butyraat (Roseburia) of H₂S (Desulfurispora) produceren, zouden een beschermende rol kunnen spelen tegen de effecten van chronische stress.


Conclusies en perspectieven

Deze baanbrekende studie benadrukt het belang van het darmmicrobioom in de regulatie van het gedragsmatige en fysiologische welzijn van sportpaarden. Ze opent veelbelovende perspectieven voor:

  • De ontwikkeling van microbiële biomarkers voor stress en welzijn
  • Het gebruik van gerichte probiotica om de stressbestendigheid te verbeteren
  • De integratie van het microbioom in fok- en managementprogramma’s voor sportpaarden

Bron: Priming for welfare: gut microbiota is associated with equitation conditions and behavior in horse athletes | Scientific Reports


OPMERKINGEN

De informatie op deze pagina afkomstig van externe bronnen kan fouten bevatten en wordt zonder enige garantie aangeboden wat betreft volledigheid, actualiteit of juistheid.
Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker om deze informatie op eigen risico te gebruiken en zelf te verifiëren.
De website van Horse Remedy kan niet aansprakelijk worden gesteld voor interpretaties of gevolgen van het gebruik van de informatie, adviezen of aanbevelingen op zijn blog.
Wij verstrekken deze informatie uitsluitend met het doel het natuurlijke welzijn van uw dier te bevorderen. In België bepaalt de wet dat alleen een dierenarts een medische diagnose mag stellen en een behandeling mag voorschrijven.

Terug naar de blog